De was uitzoeken, bloemen halen op de markt om op mijn eettafel te zetten, de badkamer schoonmaken, mijn beddengoed wassen; allemaal huishoudelijke klusjes die ik heerlijk vind om te doen. Ik zie het tripje naar de lokale groenteboer als een uitje, bak mijn eigen brood en ik word helemaal zen van alle keukenaccessoires bij IKEA. Sinds ik mijn eigen studio heb, ben ik iedere dag de ideale huisvrouw aan het spelen. Maar ben ik nog wel een feminist als ik daar zoveel plezier uit haal?
Header © Unsplash

Als ik Google naar de betekenis van feminisme krijg ik van ensie.nl het volgende voorgeschoteld:
Het feminisme is een maatschappelijke en politieke stroming die streeft naar dezelfde rechten en mogelijkheden voor vrouwen zoals die gelden voor mannen. In het feminisme wordt de scheve (machts)verhouding tussen mannen en vrouwen bekritiseerd. Het doel is volledige gelijkheid tussen de verschillende seksen. De feministische beweging stelt dat mannen traditioneel een betere toegang tot het onderwijs, een beter inkomen en een betere toegang tot de arbeidsmarkt hebben en aan deze ongelijkheid wil het feminisme een einde maken. Ook de ongelijkheid op het gebied van seksualiteit en eigendom is een herkenbaar twistpunt voor de feministische beweging.
En dat vrouwen en mannen gelijk zijn aan elkaar is precies wat ik ook belangrijk vind. Maar waarom past die traditionele huisvrouwen-rol dan zo goed bij mij? Ben ik dan een nep-feminist? Eentje die wel hard roept dat mannen en vrouwen gelijk moeten zijn, maar het liefst thuis de wasjes draait en het eten kookt? Natuurlijk weet ik dat er geen handboek is met regels waar een feminist aan moet voldoen. En dit maakt feminisme ook zo’n persoonlijk thema; iedereen past zijn/haar feministische waarden toe op een andere manier. Maar toch krijg ik het gevoel dat ik geen ‘huisvrouw’ en ‘feminist’ ineen kan zijn.
De huisvrouw anno 2020 is een zogeheten boss babe: een zakenvrouw die haar carrière – en dus niet het huishouden en het gezin – op één zet, gefocust is op het behalen van haar doelen op carrière gebied, reist het liefst de hele wereld rond, is bezig met haar (mentale)gezondheid en is alles behalve afhankelijk. Ze kookt uit zorgvuldig samengestelde boxen van Hello Fresh, raast door de AH To Go voor een maaltijdsalade tijdens de lunch, heeft haar telefoon 24/7 in haar hand en stelt de was uit totdat ze geen onderbroeken meer over heeft.

En ook daar kan ik mij in vinden. Ik ben ambitieus, druk bezig met mijn eigen carrière als freelance journalist, ik heb duidelijke doelen voor mezelf gesteld, wil ook veel van de wereld zien en zit – iets – teveel op mijn telefoon. Maar ik zit soms ook uren te scrollen op de website van Albert Hein op zoek naar een nieuw recept, ik maak mijn eigen vanillesuiker – is heel makkelijk heus – en ik sta bekend om mijn zelfgebakken brood – dat trouwens ook echt makkelijk is. Afijn, dat op mezelf wonen en kneuterige klusjes doen in huis geeft mij dus veel voldoening. Maar dat brengt ook een heikele kwestie met zich mee. Moet ik als feminist wel toegeven aan deze traditionele rol als huisvrouw? Zou ik niet eigenlijk moeten gaan demonstreren en moeten afdwingen dat mijn vriend voor mij kookt en gaat stofzuigen in plaats van dat ik voor hem koffie zet, een broodje in de oven doe als hij aan het werk is en ik de cadeaus regel voor de verjaardagen van familie?
Eigenlijk wel hè? Maar waarom doe ik het dan toch én voel ik mij er helemaal niet rot, en juist wel gelukkig door? Wat zegt het over mij als feminist dat ik er nooit echt bij stilgestaan heb dat ik helemaal niet zo feministisch bezig lijk te zijn? Dat ik niet bewust was dat die vrouwenemancipatie in mijn huishouden eigenlijk ver te zoeken is? En dat ik dat eigenlijk helemaal niet erg vind?

Je kan denken: goh, die Renée zegt overal dat ze feminist is, schrijft over feministische onderwerpen, maar draagt stiekem gewoon bij aan de genderongelijkheid zonder dat ze dat in de gaten heeft. En nu ze zich daar bewust van is, vindt ze dat eigenlijk wel prima? Hoe kan zij zich nu feminist noemen? Tja, dat is een goede vraag.
Maar je kunt ook denken: Renée strijdt wel voor gendergelijkheid, vindt dat vrouwen en mannen dezelfde rechten verdienen, maar vindt ’t gewoon heerlijk om zelf de was te doen, nieuwe recepten uit te proberen en haar vriend van koffie te voorzien. En dan kom ik toch feministischer uit de verf niet waar?
Persoonlijk vind ik feminisme gaan over het creëren van gelijke kansen. Dat vrouw X op papier en in de praktijk hetzelfde kan bereiken in het leven als man Y. En ik heb het idee dat mijn huisvrouwen-trekjes niet in de weg staan van het streven naar dit doel. Maar dat neemt niet weg dat ik de traditionele rolverdeling waarin de man des huizes het geld binnen haalt en werkt, en de vrouw voor de kinderen zorgt en het avondeten op tafel zet, ouderwets en totaal achterhaald vind.
Dus, het antwoord op de hamvraag: kan ik nog wel feminist zijn als ik huisvrouw zijn heerlijk vind? Zolang ik er gelukkig van word en ik door niemand echt gedwongen word, botst het niet met mijn feministische idealen. Dus voor nu blijf ik gewoon lekkere recepten uitproberen, pioenrozen kopen op de markt en mijn lieve vriend voorzien van vers gezette koffie.
Fotografie © Unsplash
Wat een leuk stuk om te lezen! Voor mij een hele herkenbare gedachte en je hebt er een positieve en inspirerende visie op. Fijn dat een jonge meid dit aankaart! ❤️